Overzicht toprisico's
In de voorbereiding op deze jaarstukken zijn de risico’s geïnventariseerd en geactualiseerd. In het hieronder weergegeven overzicht zijn de risico's gepresenteerd met de grootste netto impact; dat wil zeggen effect x kans groter dan € 250.000.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ontwikkeling Marktontwikkelingen en weerstandsvermogen Voor gemeenten blijven de onduidelijkheden bestaan rondom de afspraken van taken en middelen met het Rijk en wat de visie is van de formerende partijen. Totdat daar meer duidelijkheid over ontstaat moeten gemeenten zich voorbereiden op een gesprek over de taken versus beschikbare middelen. Welke maatregelen kunnen worden genomen om het passend te krijgen binnen de situatie waar minder middelen beschikbaar zijn. Daarnaast heeft ook de gemeente te maken met een krapte aan beschikbaar personeel om alle taken uit te kunnen voeren. Naast en/of aanvullend op het Rijk moet de gemeente zich ook heroriënteren op de ambities en taken die zij zelf uit voert. Toelichting Grondexploitatie Dit risicoprofiel van € 2,1 miljoen bestaat onder andere uit risico’s die worden veroorzaakt door projecten die zich in de beginfase van de ontwikkeling bevinden, zoals het Hof, Waaijakkers en Middag Oost fase 3. Bij deze projecten staan we aan de beginfase van de ontwikkeling. In deze fase zijn nog veel onzekerheden en kunnen risico’s in de toekomst plaatsvinden. Risico’s waar we geen grip op hebben zoals kostenstijging en vertraging in de gronduitgifte worden daarom meegenomen in het risicoprofiel. Ook de prijsstijging van materialen is ongekend hoog geweest. Hoe het prijsverloop verder zal gaan is onzeker en vormt daarom een risico. De gevolgen van het Oekraïne conflict zijn net zoals in de meerjarenbegroting 2024-2027 meegenomen in de grondexploitaties en om die reden geen onderdeel van het risico. De voornaamste stijging in het risicoprofiel gaat over de rekenrente die verwacht wordt te gaan stijgen, omdat voor nieuwe leningen hogere rente betaald dient te worden. Grondposities De raad heeft een besluit genomen over de ontwikkeling van BusinessPark 7Poort II. De acties om de gronden te verwerven zijn ingezet en het openen van een grondexploitatie wordt voorbereid. Het risico is ingeschat op ongeveer € 26.500.000. Als deze gronden zijn aangeschaft, maar uiteindelijk niet tot ontwikkeling (grondexploitatie) komen dan ontstaat er een verplichting tot afwaarderen. Bij de aankoopstrategie is dit risico zo laag mogelijk gehouden, echter bestaat er een kans dat na aankoop niet tot ontwikkeling wordt overgegaan. Door alle onzekerheid en met name de lange horizon houden wij rekening met een kans van 20% dat afwaardering moet plaatsvinden. De afwaardering van de gronden naar agrarische waarde op basis van de huidige inzichten schatten wij op € 13.000.000. Naast deze ontwikkelingen zijn nog meerdere ontwikkelingen op dit gebied gaande, maar deze zijn nog onvoldoende concreet om te vertalen. De risico's vinden hun grondslag in de Wvg's (Wet voorkeursrecht gemeenten) en de wijziging in het grondbeleid. Door de ontwikkelingen kan het noodzakelijk zijn om naar een meer actief beleid te gaan, wat hogere risico's (positief en negatief) met zich mee brengt. |
Algemene uitkering
De jaarlijkse verhogingen of verlagingen (het accres) van het gemeentefonds zijn onzeker. De hoogte van de algemene uitkering is mede afhankelijk van omstandigheden die buiten de invloedssfeer van de gemeenten liggen.Daarnaast spelen er voor de komende jaren onduidelijkheden over deze systematiek en de wijze waarop de algemene uitkering (verruiming belastinggebied) zal worden vorm gegeven.
Het risico is bepaald op 1,8 miljoen, dit is 2% van 92 miljoen. Bij dit risico is geen rekening gehouden met de hiervoor beschreven onzekerheden in de komende jaren. Dit is verder op in deze paragraaf beschreven.
Aantrekken en behouden gekwalificeerd personeel
Zoals opgenomen in de CPB raming blijft de arbeidsmarkt krap. Het gevolg hiervan zien wij terug in het risico in vacatures die langere tijd open staan en soms zelfs niet in te vullen zijn. Met name bij bouwen & wonen, ruimtelijke ordening en sociaal domein staan vacatures open.
Om het noodzakelijke werk op te kunnen leveren, zetten wij van personeel van derden in (inhuur). Het uitgangspunt is dat de kosten van inhuur binnen de formatieve budgetten blijft. De krappe arbeidsmarkt en stijgende inflatie leiden tot stijgende lonen. De hogere lonen leiden tot hogere kosten voor inhuur.
Mocht er ook geen inhuur beschikbaar zijn, dan kan het risico zich voordoen dat geplande activiteiten niet uitgevoerd kunnen worden. Een geplande activiteit niet meer of anders uitvoeren zal ook tijd en geld kosten. Hierbij kun je denken aan extra kosten voor communicatie en kosten voor alternatieve plannen en verantwoording.
Als maatregel voor dit vraagstuk hebben wij ingezet op de ontwikkeling van aantrekkelijke werkgever. We werken aan de doorontwikkeling naar een moderne en professionele organisatie. Gelet op het belang en onze ambitie hierin vervult Zevenaar een bestuursrol in het P&O-netwerk / werken in Gelderland. In de begroting zijn budgetten opgenomen om een aantrekkelijkere werkgever te worden, aangevuld met budget voor recruitment om daarmee de afhankelijkheid van inhuur te beperken en meer te kunnen ontwikkelen. De maatregelen beperken dit risico enigszins.
Als grondslag voor het bepalen van het risico gebruiken wij de geraamde salarislasten als basis. Er is een risico dat wij 5% meer uit moeten geven dan de geraamde salarislasten om de geplande activiteiten te realiseren. Het risico bedraagt daarmee € 1,3 miljoen met een kans van 70%.
Verbonden partijen
De totale jaarlijkse bijdrage van onze gemeente aan verbonden partijen is ruim 27 miljoen. Het risico bestaat dat verbonden partijen in een bepaald jaar een hogere bijdrage nodig hebben dan begroot. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan bij onverwachte tegenvallers in hun exploitatie. Omdat de verbonden partijen in hoofdzaak niet beschikken over een eigen weerstandsvermogen, worden deze tegenvallers in rekening gebracht bij de gemeente. Door de huidige economische situatie is de kans groter dat er tekorten ontstaan bij verbonden partijen, die zij niet zelf kunnen opvangen.
Bylandse brug
De Bylandse brug verkeert in slechte staat en moet op (korte) termijn vervangen worden. Het wegvak over de brug is openbaar en de brug is in particulier eigendom van de steenfabriek Tolkamer (Vandersanden Nederland). De eigenaar stelt dat hij wel eigenaar is maar niet onderhoudsplichtig. De gemeente stelt dat Wienerberger onderhoudsplichtig is omdat zij in het verleden en nog steeds onderhoud uitvoeren. Er dreigt een juridisch geschil te ontstaan over wie onderhoudsplichtig is. Het risico bestaat dat de gemeente als onderhoudsplichtige wordt aangemerkt en dus ook de kosten voor vervanging op zich moet nemen. In het meerjareninvesteringsplan voor vervanging van kunstwerken is met deze vervanging geen rekening gehouden. De kosten voor vervanging worden geraamd op € 1.500.000 tot € 2.000.000. De kans dat de gemeente volledig opdraait voor vervanging schatten we nu in op 30%.
Verduurzaming gemeentelijk vastgoed
Als onderdeel van het integraal accommodatieplan is een financiële doorrekening gemaakt van € 24 miljoen aan verduurzamende maatregelen voor het gemeentelijk vastgoed. Dit gaat om investeringen in nieuwbouw in een tijdshorizon van de komende 20 jaar. Wij schatten in dat een afwijkingsrisico van 25% aanwezig is omdat dit op kengetallen is gebaseerd.
Gesteld dat we via de kadernota de investeringsbedragen beschikbaar krijgen, zien wij een risico van zo’n 6 miljoen dat extra investeringen nodig zijn. Het bedrag van € 6 miljoen heeft betrekking op de totale investering voor de komende 20 jaar. Deze totale investering wordt niet in één keer aangevraagd maar jaarlijks een deel op basis van een investeringsprogramma. Voor de risicoberekening gaan we uit van een periode van 4 jaar. We houden rekening met een risico van € 1,2 miljoen (24 miljoen x 25% = 6 miljoen / 5). De kans is 50%.
Sociaal domein
Algemene ontwikkeling
De prognose voor het gebruik van jeugdzorg en Wmo is gebaseerd op de werkelijke uitgaven, verhoogd met de verwachte ontwikkelingen in prijs en aantal cliënten. Wij zijn hierbij afhankelijk van factoren die buiten onze invloedssfeer liggen. Een andere factor die buiten onze invloedssfeer ligt is de beschikbaarheid van zorg. De beschikbaarheid staat onder druk, waardoor inwoners niet gelijk kunnen worden geholpen. Hierdoor bestaat het risico dat alternatieve (tussentijdse) zorg ingezet moet worden. Daarnaast hebben ook niet voorspelde demografische ontwikkelingen invloed op de gerealiseerde kosten.
Als risico wordt op basis van het huidige kostenniveau voor de gemeente Zevenaar een bedrag van € 750.000 aangehouden.
Hervormingsagenda jeugd
De Hervormingsagenda Jeugd is definitief vastgesteld, ondertekend en aangeboden aan de Tweede Kamer en Eerste Kamer. De definitieve vaststelling van de Hervormingsagenda Jeugd betekent dat alle partijen in volle vaart aan de slag gaan met de grootste hervorming van de jeugdzorg sinds 2015 (VNG, 14 juni 2023).
Onder gemeenten is veel ambitie en steun om met de agenda de hulp aan onze jonge inwoners te verbeteren. Naast een duidelijke uitslag op de ALV van 14 juni 2023 werd echter ook een aantal zorgen geuit. Daarom zijn in moties de volgende randvoorwaarden meegegeven voor het vervolg:
- Inzet van de VNG om in overleg met het Rijk en het IPO te komen met een toelichting hoe gemeenten 2026 en daarna in de meerjarenraming kunnen opnemen.
- Een implementatieplan bij de Hervormingsagenda en een verzoek aan het Rijk om daaraan gekoppeld ook een routekaart voor wetgeving te maken.
- Een uitvoeringstoets op het implementatieplan.
- De ALV sprak ook het belang uit dat we gezamenlijk met de partners ons moeten inzetten om de Hervormingsagenda te laten slagen. Specifiek is aandacht gevraagd voor de financiering van de POH-Jeugd (Praktijkondersteuner Huisarts) en een goede samenwerking tussen hulp en onderwijs.
Vooruitlopend op de vaststelling van de hervormingsagenda zijn de financiële consequenties (opgaven) verwerkt in de algemene uitkering. Deze zijn in de begroting verwerkt op basis van de richtlijnen van de Provincie. Het meest belangrijk van het realiseren van de opgaven en veronderstelde besparing zijn de maatregelen. Door het vallen van het kabinet heeft de aanpassing van de wetgeving vertraging opgelopen. Hierdoor duurt het langer om de beoogde (en al doorgevoerde besparing in algemene uitkering) om te zetten in beleid en besparingen.
Daarnaast zijn de besparingen die gerealiseerd kunnen worden voor gemeenten op landelijk (macro-niveau) bepaald. De potentie om te besparen zal per gemeente afwijken van dit gemiddelde, dit kan zijn doordat bepaalde maatregelen al zijn ingevoerd of omdat er meer tijd nodig is om de samenhangende acties op elkaar aan te sluiten.
Eigen bijdragen
In de voorjaarsnota 2023 van het demissionair kabinet is een voorstel gedaan om een brede eigen bijdrage in te voeren vanaf 2025. Dit primair als reactie op de stijgende kosten (aanzuigende werking) van de huishoudelijke hulp. De compensatie die gemeenten ontvingen in de algemene uitkering is teruggedraaid, maar de maatregelen zijn nog niet omgezet in wetgeving. Door het ministerie is een voorstel gedaan voor een eigen bijdrage die in gaat vanaf 2026. Op basis van berekeningen heeft de VNG aangegeven dat de voorgestelde eigen bijdrage te laag is om het beoogde effect te creëren. Op basis van een afweging van eigen bijdrage versus voor eigen rekening zal het aanbod via de gemeenten nog gunstig blijven.
Voortgang hervormingsagenda/eigen bijdragen
Voor al deze onzekerheden en onduidelijkheden in relatie tot de hervormingsagenda en eigen bijdrage houden wij rekening met een risico van 5% van het saldo van de bestedingen in programma 6, zijnde 2,9 miljoen. De kans dat de onzekerheden dit negatieve effect hebben schatten we in op 30%.
Tekort I-deel/ BUIG
Gemeenten ontvangen van het Rijk een gebundelde uitkering (BUIG) voor het bekostigen van de uitkeringen. Het risico van het tekort op het BUIG-budget fluctueert. Boven de 12,5% worden tekorten volledig gecompenseerd door de vangnetuitkering. Gemiddeld rekening houdend met vangnetuitkeringen is het tekort € 600.000 en 70%.
Dividend deelnemingen
We ramen in de begroting dividendinkomsten van Alliander, Ataro en BNG. We lopen het risico dat dividendinkomsten lager uitvallen, bijvoorbeeld door tegenvallende bedrijfsresultaten.
Verzakking parkeerdek Masiusplein Zevenaar
De afwatering van parkeerdek is onvoldoende en vergt noodzakelijk onderhoud. De grond in de tussenlaag is verzadigd met water met als gevolg diverse verzakkingen op het plein. Om het probleem structureel op te lossen dient het plein en de afwatering geheel vernieuwd te worden. Wij schatten de totale kosten in op 5 ton met een kans van 70%.
Wachtgeld wethouders
Om de huidige wethouders te beschermen tegen de gevolgen van werkloosheid na het wethouderschap geldt een wachtgeldregeling. Na het wethouderschap ontvangt een wethouder een Appa-ontslaguitkering, tenzij de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. Dit is geregeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). Waarom het wethouderschap beëindigd is hierbij niet van belang; het recht op de uitkering bestaat ongeacht de reden van het aftreden. De specifieke aanspraak en omvang kunnen pas worden bepaald op het moment dat zich dit voordoet.
Uitval ICT-systemen
Een ICT- storing heeft een grote impact op onze gemeentelijke dienstverlening. Het is van groot belang dat beheer en onderhoud op de ICT- omgeving op een adequate manier wordt uitgevoerd. Hierbij wordt de kwetsbaarheid van de RID zichtbaar. Een combinatie van druk op de personele capaciteit, krapte op de arbeidsmarkt, vertraging in projecten en gebrek aan innovatiekracht, dragen er aan bij dat de kwaliteit van de ICT- omgeving onder druk komt te staan. Hierdoor bestaat het risico dat de kans op incidenten toe neemt en wij worden geconfronteerd met kosten. Dit kunnen kosten zijn op het niet beschikbaar zijn van netwerken en/of data door uitval of bijvoorbeeld een hack.
Het risico op incidenten in relatie tot informatieveiligheid zal de komende jaren alleen maar toenemen. Hier moeten we als gemeente voldoende op voorbereid zijn. In het kader daarvan heeft de VNG reeds eerder aandacht gevraagd voor de toenemende kans geconfronteerd te worden met ransomware oftewel gijzelsoftware. In de risico's is nu een bedrag opgenomen van 0,5 mln. met een kans van 50%. Het risico is bepaald op een aantal dagen dat niet gewerkt kan worden als gevolg van het niet beschikbaar zijn van systemen. Als dit het gevolg is van ransomware zullen er naast deze kosten ook andere kosten zijn, zoals het herstellen van data en systemen, inrichten aanvullende maatregelen, verantwoording afleggen over voortgang. De financiële omvang is aanzienlijk groter, maar de kans is kleiner. Met de doorontwikkeling van de RID en het versterken van de I-organisatie wordt dit risico op termijn beter beheersbaar.
Risico's van omvang niet in top 10
In de bovenstaande beschouwing is de top 10 aan risico's beschreven op basis van financiële impact. De afgelopen jaren hebben ons laten zien dat er grote risico's op ons af komen. Waar de kans klein van is, maar de impact groot of waar de gemeente niet direct financieel voor verantwoordelijk is.
Droogte/verzakking
Perioden van droogte of grote regenval komen steeds vaker voor. In de afgelopen jaren zijn door de lage grondwaterstand problemen met woningen in onze gemeente ontstaan. Ook dit jaar is de kans aanwezig dat er schade gaat ontstaan. Hoewel dit risico niet direct financieel is voor de gemeente heeft onze gemeente wel zorgplicht naar zijn inwoners. Ambtelijke en bestuurlijke capaciteit wordt beschikbaar gesteld om onze inwoners te ondersteunen. Waar nodig worden ook beperkte budgettaire aanvragen gedaan. De invloed die wij als gemeente op dit vraagstuk hebben is beperkt, maar wij dragen bij aan de globale doelstellingen waar nodig en mogelijk. De kans van dit risico wordt dus steeds groter, maar de impact blijft beperkt. Hierdoor staat deze niet in de top 10.
Omgevingswet
Er was veel onduidelijkheid over de invoering van de Omgevingswet. In 2023 zijn stappen gezet door het demissionaire kabinet. De Omgevingswet is ingegaan op 1 januari 2024 maar er bestaan nog steeds veel onduidelijkheden. In de begroting zijn de kosten opgenomen op basis van het meest actuele model voor het bepalen van effect. Dit blijft echter een model met verschillende aannames en het is nog onzeker of de begrote kosten voldoende zijn.