Sociaal domein

Wat heeft het gekost?

Baten en lasten per programma

Exploitatie (bedragen x € 1.000)

Primitieve begroting

Na wijziging

Realisatie

Verschil

Baten

14.739

17.924

19.999

2.075

Lasten

68.324

76.739

75.526

1.213

Resultaat voor bestemming

-53.585

-58.815

-55.527

3.288

Mutaties reserves

Baten

210

714

462

-253

Lasten

0

34

34

0

Totaal mutaties reserves

210

680

428

-253

Resultaat na bestemming

-53.375

-58.134

-55.099

3.035

Verschillenanalyse

6.

Sociaal domein

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Burgerinitiatieven en vrijwilligerswerk
In de meerjarenbegroting 2023-2026 zijn aanvullende budgetten (structureel en incidenteel) opgenomen om het gebruik van AED's te stimuleren. De beschikbare middelen zijn in 2023 niet volledig ingezet (voordeel € 25.000). Met de ingediende aanvragen is het centrum van Zevenaar gedekt. Het buitengebied staat voor 2024 op de planning.
In 2023 is gekozen voor de opzet van 'Zevenaar Doet' waardoor geen gebruik is gemaakt van het werkbudget t.b.v. organisatiekosten (voordeel € 27.000). In 2024 wordt dit echter weer vorm gegeven.

Lasten

52.000

V

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Maatschappelijke ondersteuning algemeen (SPUK Breed)
M.i.v. 2023 ontvangen we van het Rijk een specifieke uitkering 'versterking voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023-2026' (zgn. SPUK Breed). De totale uitkering bedraagt ruim € 886.000 en is verdeeld over 15 onderdelen en diverse taakvelden binnen programma's 5, 6 en 7 (Sport, cultuur en recreatie/Sociaal domein/Volksgezondheid en milieu). De totale werkelijke lasten voor dit onderdeel/taakveld bedragen € 87.000 (nadeel). Tegenover de werkelijke lasten wordt het daarvoor beschikbare deel van de SPUK Breed ingezet als dekking (zie ook toelichting voordeel onder baten bij dit taakveld).

Lasten

-87.000

N

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Maatschappelijke ondersteuning algemeen (SPUK Breed)
M.i.v. 2023 ontvangen we van het Rijk een specifieke uitkering 'versterking voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023-2026' (zgn. SPUK Breed). De totale uitkering bedraagt ruim € 886.000 en is verdeeld over 15 onderdelen en diverse taakvelden binnen programma's 5, 6 en 7 (Sport, cultuur en recreatie/Sociaal domein/Volksgezondheid en milieu). De totale werkelijke lasten voor dit onderdeel/taakveld worden gedekt door het daarvoor beschikbare deel van de SPUK Breed zijnde € 87.000 (voordeel).

Baten

87.000

V

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Minderheden
Naast het reguliere structureel beschikbare budget voor uitvoeringskosten van de 'Wet inburgering 2021' is in 2023 het resterende saldo van de bestemmingreserve (€ 81.336) voor implementatie van de nieuwe wet volledig aangewend. 2023 was het laatste jaar dat de inzet van deze reserve geraamd is. Daarnaast zijn in de 2e voortgangsrapportage 2023 voor de uitvoering extra incidentele middelen beschikbaar gesteld die in 2023 toegevoegd zijn aan de algemene uitkering (decentralisatie-uitkering). Deze zijn niet volledig ingezet. Het voordeel bedraagt afgerond € 88.000.

Lasten

88.000

V

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Minderheden (specifieke uitkeringen)
De resterende middelen van de specifieke uitkeringen voor inburgering worden de komende jaren nog ingezet. Daarnaast moet het Rijk de specifieke uitkeringen over 2023 nog definitief vaststellen/afrekenen. Per saldo hebben de afwijkingen (baten/lasten) geen budgettair effect. Nadeel hogere lasten bedraagt € 114.000.

Lasten

-114.000

N

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Minderheden (specifieke uitkeringen)
Het voordeel van € 114.000 betreft hogere bijdragen van het Rijk voor de specifieke uitkeringen 'Wet inburgering 2021' en 'Onderwijsroute'. Zie ook toelichting onder lasten, deze afwijking heeft geen effect op het resultaat.

Baten

114.000

V

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Opvang ontheemden Oekraïne
Voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne ontvangen wij een vergoeding van het rijk. De uitgaven zijn met name kosten voor huisvesting en leefgeld. Met name de kosten voor leefgeld vallen lager uit omdat veel personen in de opvang regulier werk hebben. Wij zien een voordeel op de uitgaven van afgerond € 240.000.

Lasten

240.000

V

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Opvang ontheemden Oekraïne
Voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne ontvangen wij een vergoeding van het rijk gebaseerd op een normbedrag per opvangplek. De rijksinkomsten voor 2023 laten een voordeel zien van € 735.000. Hiervan heeft € 70.000 betrekking op een afrekening over 2022.

Baten

735.000

V

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Toezicht en kwaliteit calamiteiten zorgaanbieders
Het was de bedoeling om in 2023 regionaal een dienstverleningsovereenkomst te ondertekenen en regionaal de werkzaamheden uit te voeren en te coördineren. De dienstverleningsovereenkomst is uitgesteld naar 2024 waardoor er geen kosten zijn gemaakt in 2023 hetgeen een voordeel oplevert van € 37.000.

Lasten

37.000

V

I

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Wmo vraagafhankelijk vervoer
Het Wmo vraagafhankelijk vervoer laat ten opzichte van de begroting (€ 550.000) een voordeel zien van € 48.000. Dit voordeel bestaat uit een voordelige afrekening van € 65.000 van het vervoer door de BVO DRAN en een nadeel op de subsidie aan de Plusbus van € 15.000.

Lasten

48.000

V

S

6.2 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen - Cliënten-ondersteuning
Naast de reguliere subsidieverlening zijn er geen aanvullende initiatieven geweest waarvoor subsidie is aangevraagd. Er is wel extra subsidie verstrekt voor versterking van lokale cliëntondersteuning (voordeel € 25.000). Hiervoor zijn de van het rijk ontvangen middelen van de 'regeling specifieke uitkering versterking cliëntondersteuning' ingezet.

Lasten

25.000

V

I

6.2 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen - IZA gelden
Aan het eind van het jaar werd de specifieke uitkering IZA vastgesteld. De gelden worden ontvangen via de centrumgemeente. Regiogemeenten zijn in de gelegenheid gesteld om eenmalig kosten in verband met doorontwikkeling en versterking van regionale samenwerking te declareren. Wij hebben een bedrag van € 350.000 opgenomen in de verwachting dat wij deze gelden van de centrumgemeente ontvangen. Omdat deze gelden niet zijn geraamd betekent dit een voordeel van € 350.000.

Baten

350.000

V

I

6.2 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen - Kinderopvang toeslag affaire
In 2023 is voor afgerond € 370.000 aan uitgaven geregistreerd voor de kinderopvang toeslagen affaire. Deze kosten zijn niet geraamd en resulteren in een nadeel van hetzelfde bedrag. Deze kosten worden volledig gedeclareerd bij het Rijk.

Lasten

-367.000

N

I

6.2 Toegang en eerstelijnsvoorzieningen - Kinderopvang toeslag affaire
De kosten die dit jaar zijn gemaakt voor de kinderopvang toeslag affaire kunnen worden gedeclareerd bij het rijk. Deze vergoeding is niet geraamd en resulteren daarmee in een voordeel.

Baten

367.000

V

I

6.3 Inkomensregelingen - Bijstand voor zelfstandigen
In 2023 is een incidenteel bedrag vanuit het Noodherstelfonds beschikbaar gesteld van € 150.000 voor de 'Vangnetregeling BBZ ondernemers'. Geconstateerd is dat - ondanks diverse inspanningen gericht op het gebruik maken van deze voorziening voor ondernemers - hier slechts sporadisch gebruik van is gemaakt en de kosten konden worden gedekt uit het Participatiebudget. Besloten is dan ook om deze pilot stop te zetten. Gevolg hiervan is dat het beschikbare incidentele budget van € 150.000 (voordeel) niet is ingezet.

Lasten

150.000

V

I

6.3 Inkomensregelingen - Inkomensvoorzieningen (exploitatielasten SDL/RSD)
Het beschikbare budget is niet volledig nodig gebleken en bij de definitieve afrekening van de kosten voor exploitatie en participatie van de Samenwerking de Liemers-RSD over 2023 zijn bedragen ontvangen (voordeel € 183.000).

Lasten

183.000

V

I

6.3 Inkomensregelingen - Inkomensvoorzieningen (BUIG/Bbz/Tozo)
De werkelijke uitkeringslasten zijn hoger ten opzichte van in de 2e voortgangsrapportage 2023 verwachte totale uitkeringslasten. In de prognose is rekening gehouden met een tekort van 7,7%. Per saldo is het tekort BUIG uitgekomen op afgerond 9,0% (nadeel € 283.000).

Lasten

-283.000

N

I

6.3 Inkomensregelingen - Inkomensvoorzieningen (BUIG/Bbz/Tozo)
De hogere baten zijn een gevolg van de hogere vaststelling (€ 98.000) van het definitieve door het rijk beschikbaar gestelde BUIG budget 2023 t.o.v. het voorlopige budget. Ook is vanwege de hogere uitkeringslasten rekening gehouden met een hogere aanvullende vangnetuitkering (€ 72.000) voor gedeeltelijke compensatie van de tekorten (op de uitkeringslasten minus baten).
Daarnaast zijn aanvullende specifieke uitkeringen over het vergoedingsjaar 2021 en 2022 ontvangen (€ 46.000) i.v.m. 'Vaststelling lasten en vergoeding Regeling specifieke uitkering kwijtschelding publieke schulden SZW in verband met de hersteloperatie toeslagen'. Totaal voordeel bedraagt € 221.000.

Baten

221.000

V

I

6.3 Inkomensregelingen - Inkomensvoorzieningen/minimabeleid
De voorziening dubieuze debiteuren wordt jaarlijks bijgesteld o.b.v. de opgave van de RSD de Liemers. Door afname van het aantal dubieuze debiteuren is het voordeel voor 2023 € 256.000.

Lasten

256.000

V

I

6.3 Inkomensregelingen - Kwijtschelding gemeentelijke belastingen
In de afgelopen jaren zien we een afname van het aantal kwijtscheldingen dat jaarlijks geautomatiseerd op de aanslag verleend wordt. We passen de begroting hier op aan.  

Lasten

32.000

V

S

6.3 Inkomensregelingen - Minimabeleid
Voor een minima effect rapportage door het Nibud is in 2023 incidenteel een bedrag beschikbaar gesteld van € 15.000. Deze rapportage is uitgesteld naar 2024 in afwachting van de effecten van de in 2023 door het rijk genomen maatregelen ter ondersteuning van de minima (voordeel € 15.000). In de 1e voortgangsrapportage is een voorstel opgenomen om het incidentele budget beschikbaar te stellen voor 2024.

Lasten

15.000

V

I

6.3 Inkomensregelingen - Minimabeleid (energietoeslag)
De overschrijding van de uitgaven voor het minimabeleid (nadeel € 1.461.000 incl. de kosten voor uitvoering) zijn veroorzaakt door ondersteuning van de minima bij het voldoen van de energierekening (energietoeslag). Voor de toeslagen en de uitvoering zijn via de algemene uitkering (decembercirculaire 2023) extra aanvullende middelen ontvangen voor betaling van de toeslagen (max. € 1.300). De van het Rijk ontvangen aanvullende middelen zijn voldoende voor dekking van de hogere uitgaven.

Lasten

-1.461.000

N

I

6.3 Inkomensregelingen - Minimabeleid (energietoeslagen stichtingen/verenigingen/dorpshuizen)
De provincie Gelderland ('Gelders winterfonds') heeft subsidie verstrekt voor compensatie van de hogere energiekosten aan maatschappelijke voorzieningen of het MKB. Hiervan is € 43.000 ingezet voor tegemoetkoming energiekosten aan maatschappelijke voorzieningen (voor sport, kunst en cultuur). Tegenover deze hogere lasten staat als dekking de bijdrage van de provincie voor hetzelfde bedrag (zie toelichting onder baten 6.3 Inkomensregelingen - Minimabeleid (energietoeslagen stichtingen/verenigingen/dorpshuizen)).

Lasten

-43.000

N

I

6.3 Inkomensregelingen - Minimabeleid (energietoeslagen stichtingen/verenigingen/dorpshuizen)
Verwezen naar de toelichting vermeld onder lasten 6.3 Inkomensregelingen - Minimabeleid (energietoeslagen stichtingen/verenigingen/dorpshuizen).

Baten

43.000

V

I

6.3 Inkomensregelingen - Minimabeleid (Tijdelijk noodfonds)
In 2023 zijn middelen beschikbaar gesteld (€ 100.000) uit het tijdelijk noodfonds om toegenomen betalingsproblemen en financiële kwetsbaarheid van huishoudens te voorkomen. Hiervan is een bedrag van afgerond € 71.000 uitgegeven (voordeel € 29.000). De kosten worden gedekt uit de daarvoor bestemde reserve. De mutatie is daarmee budgettair neutraal.

Lasten

29.000

V

I

6.3 Inkomensregelingen - Schuldhulpverlening
In 2023 is uit het 'Noodherstelfonds' eenmalig € 150.000 beschikbaar gesteld voor het inkopen van trajecten voor schuldhulpverlening bij onze partners voor het project 'Ondernemersdienstverlening'. Het betrof hier een pilot voor 4 jaar. Na een tussenevaluatie is gebleken dat ondanks alle inspanningen er te weinig gebruik van werd gemaakt. Om die reden is besloten de pilot te beëindigen. De uitvoeringskosten bedroegen € 76.500. De inkoopkosten van de trajecten zijn bekostigd uit de structurele middelen van het participatiebudget. Tegenover dit voordeel (van afgerond € 74.000) staat voor hetzelfde bedrag een lagere aanwending van de algemene reserve.

Lasten

74.000

V

I

6.4 WSW en beschut werk - Sociale werkvoorziening
Het voordeel betreft een lagere bijdrage aan de 'Modulaire gemeenschappelijke regeling (MGR) - Sociaal Domein Centraal Gelderland voor de module WgSW (€ 227.000) en een lagere bijdrage voor Scalabor BV voor begeleiding van werknemers met een loonwaarde <25% (€ 11.000). Daarnaast is de bijdrage per fte voor 2023 van gemeenten voor het materieel werkgeverschap Wsw van Scalabor verlaagd (voordeel € 41.000) omdat de in eerdere jaren door gemeenten verstrekte bijdragen voor corona- en energiecompensatie niet zijn ingezet. Totaal voordeel bedraagt € 279.000.

Lasten

279.000

V

I

6.5 Arbeidsparticipatie - Participatiebudget re-integratie
De middelen zijn niet volledig ingezet; de reden hiervan is dat vanwege de krappe arbeidsmarkt niet voldoende personeel voorhanden is geweest voor de inzet van deze middelen (voordeel € 88.000).

Lasten

88.000

V

I

6.5 Arbeidsparticipatie - zorgkosten
Vanaf 2023 zijn de kosten voor jeugdhulp en Wmo verdeeld over meerdere taakvelden. Op het taakveld 6.5 zijn bij de verdeling van budgetten geen uitgaven geraamd. Omdat er voor activerend werk toch zorgkosten moeten worden geboekt op dit taakveld is een nadeel ontstaan van € 203.000.
Hierbij merken wij op dat de verdeling van de budgetten over de verschillende taakvelden een grove inschatting is geweest. We zien nu ook dat bepaalde taakvelden te hoog zijn ingeschat, maar ook andersom. Per saldo zijn het verschuivingen die geen invloed hebben gehad op de totaal geraamde zorgkosten.

Lasten

-203.000

N

S

6.6 Maatwerkvoorzieningen WMO - Voorzieningen
De voorziening dubieuze debiteuren wordt jaarlijks bijgesteld o.b.v. de opgave van de RSD de Liemers. Voor de individuele vervoersvoorzienigen, rolstoel- en woonvoorzieningen is dit een nadeel van € 91.000.

Lasten

-91.000

N

I

6.6 Maatwerkvoorzieningen (Wmo) - Vervoer Wmo dagbesteding
Het vervoer Wmo dagbesteding door de BVO DRAN laat een voordeel zien ten opzichte de begroting van € 81.000. Dit vervoer is met name in het 2e halfjaar 2023 sterk gedaald.

Lasten

81.000

V

S

6.71A WMO Hulp bij het huishouden - zorgkosten
De kosten voor hulp bij het huishouden zijn bijna volledig binnen het budget gebleven. Op een raming van € 6.530.000 zien we een overschrijding van afgerond € 95.000 op de zorgkosten. De jaarlijkse bijstelling van de voorziening dubieuze debiteuren levert een voordeel op van € 45.000. Per saldo resulteert op dit taakveld een nadeel van € 50.000.  

Ook in 2023 hebben we nog steeds een toename gezien in de nieuwe meldingen/aanvragen voor huishoudelijke ondersteuning. De aanzuigende werking (abonnementstarief) en de groeiende vergrijzing houden de vraag naar deze basisondersteuning groot.
In 2023 hebben we sterk ingezet op:
- Indiceren conform het HHM normenkader. Deze geldt als richtlijn, maar waar ook in positieve zin voor de aanvrager van afgeweken wordt (bijvoorbeeld niet wekelijks maar 1x per 2 weken indiceren);
- Waar afschalen in indicatiezwaarte (scherper indiceren, maar we indiceren wel wat nodig is);
- Achterstand in herindicaties is helemaal weggewerkt (ruim 700 indicaties);
- Vaker indiceren voor langere duur of zelfs voor onbepaalde duur;
- Door de wachttijd wordt in de keukentafelgesprekken met inwoners nadrukkelijker ingegaan op de vraag wat maakt dat huishoudelijke ondersteuning nodig is, maar ook hoe zij zich de maanden van de wachttijd hebben gered.

Lasten

-50.000

N

S

6.71B/C/D WMO Begeleiding en dagbesteding - zorgkosten
De WMO begeleiding is vanaf 2023 onderverdeeld in meerdere taakvelden. Deze zijn in deze verschilverklaring samengeteld. De kosten voor 2023 laten een positief beeld zien. Ten opzichte van de begroting (€ 4.730.000) is afgerond € 690.000 minder uitgegeven.
In 2023 hebben we sterk ingezet op:
- Scherper indiceren door de consulenten zelf de doelen te laten stellen. Tot en met 2022 stelden de zorgaanbieders van begeleiding de doelen. Vanaf 2023 wordt er dus strakker geëvalueerd en meer toegewerkt naar afschalen van de ondersteuning.
- Betere afstemming en samenwerking met Algemeen Maatschappelijk Werk (meer dan 10% van de meldingen voor Wmo begeleiding doorgezet naar AMW);
- Meer afstemming met Veilig Thuis door aan de voorkant al mee te denken, dus voordat er werkelijk een Wmo-melding wordt gemaakt.

Lasten

690.000

V

S

6.72A/B/C/D Jeugdhulp begeleiding, behandeling en dagbesteding - zorgkosten
Vanaf 2023 zijn de kosten voor jeugdhulp verdeeld over meerdere taakvelden. Op de taakvelden 6.72 A t/m D is een bedrag van € 8.795.000 geraamd. De kosten bedragen € 6.440.000. Per saldo een financieel voordeel van € 2.355.000.
Hierbij merken wij op dat de verdeling van de budgetten over de verschillende taakvelden een grove inschatting is geweest. We zien nu ook dat bepaalde taakvelden te hoog zijn ingeschat, maar ook andersom. Per saldo zijn het verschuivingen die geen invloed hebben gehad op de totaal geraamde kosten voor jeugdhulp.
In 2023 zijn meerdere initiatieven opgezet om de zorgkosten om te buigen. Een deel is gericht op het verbeteren van de kwaliteit en doelmatigheid van onze medewerkers. Verder is er een aanmeldteam gestart met als doel inwoners zoveel mogelijk te wijzen op de voorliggende voorzieningen en te helpen met de juiste indicatiestelling. Een ander belangrijke ingreep is het uitbreiden van het hulpaanbod gericht op preventie. Denk hierbij aan Buurtgezinnen, Homestart en Maatschappelijk Werk op school.

Lasten

2.355.000

V

S

6.73A/B jeugdhulp met verblijf gezinsgericht / pleegzorg - zorgkosten
Vanaf 2023 zijn de kosten voor jeugdhulp verdeeld over meerdere taakvelden. Op de taakvelden 6.73 A t/m C is een bedrag van € 5.825.000 geraamd. De kosten bedragen € 7.140.000. Per saldo een financieel nadeel van € 1.315.000.
Hierbij merken wij op dat de verdeling van de budgetten over de verschillende taakvelden een grove inschatting is geweest. We zien nu ook dat bepaalde taakvelden te hoog zijn ingeschat, maar ook andersom. Per saldo zijn het verschuivingen die geen invloed hebben gehad op de totaal geraamde kosten voor jeugdhulp.

Het aantal beschikkingen met verblijf blijft hoog in Zevenaar. Dit is ongewenst, want deze vorm van zorg moet alleen ingezet worden als er echt geen alternatieven zijn. Onze inzet in 2023 op dit onderdeel heeft nog niet de gewenste vruchten geworpen.
Ook al is elke jeugdige met een verblijfsindicatie er een te veel, het blijft een gering aantal jongeren. Het is zeer dure zorg, waarbij gedurende 2023 de tarieven van deze zorgproducten ook tussentijds zijn verhoogd. Dit alles heeft ook voor verhoging van de totale kosten gezorgd.

Lasten

-1.315.000

N

S

6.74A/B/C Jeugdhulp GGZ en crisis - zorgkosten
Vanaf 2023 zijn de kosten voor jeugdhulp verdeeld over meerdere taakvelden. Op de taakvelden 6.74 A t/m C is een bedrag van € 3.785.000 geraamd. De kosten bedragen € 3.545.000. Per saldo een financieel voordeel van afgerond € 240.000.
Hierbij merken wij op dat de verdeling van de budgetten over de verschillende taakvelden een grove inschatting is geweest. We zien nu ook dat bepaalde taakvelden te hoog zijn ingeschat, maar ook andersom. Per saldo zijn het verschuivingen die geen invloed hebben gehad op de totaal geraamde kosten voor jeugdhulp.

Lasten

240.000

V

S

6.81A Beschermd wonen - LVB kosten
Voor beschermd wonen zijn uitgaven geraamd voor LVB (licht verstandelijke beperking). Deze uitgaven worden jaarlijks betaald aan de centrumgemeente. Vooruitlopend op de invoering van de nieuwe wet met betrekking tot beschermd wonen hoeven wij dit bedrag niet over te maken aan de centrumgemeente. Dit levert een voordeel op van afgerond € 155.000.

Lasten

155.000

V

I

6.81B Maatschappelijke- en vrouwenopvang - Veilig thuis
Jaarlijks betalen wij een bijdrage aan de stichting Veilig Thuis (via de VGGM). In 2023 is een voordeel op deze bijdrage ontstaan omdat de gemeenten Arnhem en Ede extra hebben bijgedragen. Zij hebben namelijk een hogere DUVO bijdrage ontvangen (decentralisatie uitkering vrouwen opvang). Daarnaast is gebleken dat er nog een bedrag van € 79.000 over 2021 terug moest worden betaald. Totaal een voordeel van € 185.000.

Lasten

185.000

V

I

6.82A Jeugdbescherming - zorgkosten
Vanaf 2023 zijn de kosten voor jeugdhulp verdeeld over meerdere taakvelden. Op het taakveld 6.82A is een bedrag van € 750.000 geraamd. De kosten bedragen € 790.000. Per saldo een financieel nadeel van € 40.000.
Hierbij merken wij op dat de verdeling van de budgetten over de verschillende taakvelden een grove inschatting is geweest. We zien nu ook dat bepaalde taakvelden te hoog zijn ingeschat, maar ook andersom. Per saldo zijn het verschuivingen die geen invloed hebben gehad op de totaal geraamde kosten voor jeugdhulp.
Het gaat hierbij met name om kosten die zijn ingezet vanuit een rechterlijke uitspraak. Deze zijn vrijwel niet te beïnvloeden vanuit de gemeente.

Lasten

-40.000

N

I

0.10 Onttrekkingen reserves - Noodherstelfonds ondernemers
Incidenteel is vanuit het Noodherstelfonds een totaalbedrag beschikbaar gesteld € 300.000 (€ 150.000 voor het inkopen van trajecten voor schuldhulpverlening bij onze partners voor het project 'Ondernemersdienstverlening' en € 150.000 voor de 'Vangnetregeling BBZ ondernemers'). Wij hebben hiervoor een onttrekking aan de algemene reserve begroot. De werkelijke onttrekking bedraagt € 76.000. Per saldo zijn de lasten en de onttrekkingen in de jaarrekening budgettair neutraal. Bij de onttrekkingen een nadeel van € 224.000.

Baten

-224.000

N

I

0.10 Onttrekkingen reserves - Tijdelijk noodfonds
Incidenteel is een bedrag van € 100.000 beschikbaar gesteld uit het tijdelijk noodfonds om toegenomen betalingsproblemen en financiële kwetsbaarheid van huishoudens te voorkomen. De werkelijke onttrekking bedraagt € 71.000. Per saldo zijn de lasten en de onttrekkingen in de jaarrekening budgettair neutraal. Bij de onttrekkingen een nadeel van € 29.000.

Baten

-29.000

N

I

Programma 6 Sociaal domein - Overige verschillen
Naast de omschreven afwijkingen per taakveld zijn er diverse kleine verschillen (< € 25.000) die wij niet verder toelichten.

Lasten

123.000

V

I

Deze pagina is gebouwd op 05/28/2024 08:13:05 met de export van 05/28/2024 08:04:27